Stage - werkplekleren portaal
Orthopedagogische Begeleiding
(Geel - Lier)
Werkplekleren
Welkom op de stage informatiepagina van de opleiding Graduaat Orthopedagogische Begeleiding (campus Geel - Lier).
In het twee jaar durende programma bieden we onze studenten elk semester een stage aan.
Tijdens het eerste jaar (= fase 1) verrichten studenten in het eerste semester 50u verkenningsstage en in het tweede semester lopen zij 250u stage. Deze stage mag, maar hoeft niet op dezelfde plek als de verkenningsstage verricht te worden.
In het tweede jaar (= fase 2) zoeken studenten een nieuwe werkplek waar ze twee semesters stage lopen (in totaal 650u stage).
Naarmate de opleiding vordert neemt enerzijds het aantal uren op de werkplek toe en anderzijds de complexiteit van verwachte competenties.
Verkennen van de sector (50u)
In dit onderdeel verkent de student de sector door 50u verkenningsstage te verrichten. De verkenningsstage omvat een afgebakend takenpakket met één of meerdere cliënten dat de student de mogelijkheid biedt op een laagdrempelige manier het orthopedagogisch werkveld te verkennen. Hij legt een eerste contact met cliënten, collega’s en de werkplek vanuit zijn rol als vrijwilliger. Binnen dit takenpakket ervaart hij betekenisvolle situaties die hij gebruikt om aan (zelf)reflectie te doen. De student legt meteen ook de basis voor zijn portfolio waarin groei centraal staat.
Naast de verkenningsstage verkent de student het werkveld door organisaties te bezoeken en getuigenissen van orthopedagogisch begeleiders over hun concrete takenpakket. Uiteraard geven we ook cliënten een stem zodat studenten zicht krijgen op de verschillende doelgroepen waar ze als orthopedagogisch begeleider in tewerkgesteld kunnen worden. Op die manier verwerft de student een ruim beeld over de sector. Dit stelt hem in staat om gericht op zoek te gaan naar een plek waar hij het onderdeel 'Kennismaken met de sector' kan volbrengen.
Kennismaken met de sector (250u)
In "Kennismaken met de sector" ligt de focus op het leren kennen van de werkplek, het team en de doelgroep van de organisatie vanuit observatie en bevraging. De student neemt de rol van stagiair op zich en gaat in éénvoudige situaties - met ondersteuning vanuit de werkplek - aan de slag met de doelgroep. Hij legt contact met teamleden en is loyaal ten aanzien van de organisatie.
De student levert een actieve en constructieve bijdrage aan het groepsgebeuren door in éénvoudige situaties te handelen. Tijdens een individuele of groepsactiviteit neemt de student initiatief om de cliënten te betrekken. De student neemt deel aan (in)formele overlegmomenten en communiceert professioneel in functie van context en doelgroep.
Verbreden (300u)
In "Werkplekleren 3: Verbreden" toont de student zich in meer complexe situaties. De student legt ook in moeilijkere situaties contact met cliënten en handelt vanuit hun noden en behoeften. Hiervoor krijgt de student de nodige ondersteuning vanuit de werkplek. De student onderbouwt keuzes voor bepaalde methodes vanuit theoretische, (ortho)(ped)agogische en ethische kaders. Hij neemt actief deel aan overlegmomenten door eigen agendapunten te bespreken. De student herkent het netwerk van de client, brengt belangrijke relaties in beeld en legt contact met betekenisvolle derden.
Verdiepen (350u)
In “Werkplekleren 4: Verdiepen” staat de zelfstandigheid van de student in complexe situaties centraal. In deze situaties handelt hij vanuit de noden en behoeften van de cliënt. Hij signaleert ontwikkelingen en veranderingen in het gedrag van de client. De student benoemt noden, mogelijkheden en wensen van de cliënt. Bovendien levert hij informatie aan in het omschrijven van doelen, methoden en middelen die inspelen op deze noden. Aanvullend neemt de student specifieke verantwoordelijkheden op in functie van een gezamenlijk doel of te bereiken resultaat. Hij wordt geacht doelbewuste handelingen te stellen die bijdragen aan het verwezenlijken van de doelstellingen. In contact met het netwerk neemt hij eveneens een actieve en zelfstandige rol in. De student zet in op het contact leggen met het netwerk en levert een actieve bijdrage in het verstevigen en/of uitbreiden van het netwerk.
Enkele aandachtspunten
In de onderdelen “Verkennen van de sector” en “Kennismaken met de sector” geeft de opleiding een overzicht van beschikbare werkplekken om respectievelijk de verkenningsstage en de stage te volbrengen. De student kan ook zelf een voorstel indienen. De student krijgt pas een goedkeuring wanneer een plek aan alle voorwaarden voldoet. De opleiding ondersteunt maximaal de student in zijn zoektocht naar een werkplek. De verantwoordelijkheid voor het vinden van een werkplek ligt bij de student.
Een student die volgend semester werkplekleren verkennen opneemt en nog geen toegang heeft tot canvas kan de werkplekfiche alvast
hier
downloaden. De werkplekfiche is een document dat de student, samen met de werkplek, invult. Op pagina 1 overloopt de student de criteria waaraan een werkplek moet voldoen. Op pagina 2 vult de student de gegevens van zichzelf en die van de werkplek(mentor) aan. Op pagina 3 en 4 omschrijft de student, in overleg met de werkplek, zijn takenpakket. Hij maakt duidelijk wat hij doet en wanneer hij dat doet. Het ingevulde document mag je zenden naar
maarten.janssens@thomasmore.be
.
De onderdelen “Verkennen van de sector” en “Kennismaken met de sector” kunnen verricht worden op dezelfde plek.
Voor de onderdelen “Werkplekleren 3: Verbreden en Werkplekleren 4: Verdiepen” zoekt de student zelf een werkplek. De student werkt beide onderdelen af op dezelfde plek. Op die manier heeft de student bij het afronden van de opleiding
2 ervaringen
opgedaan.
Voor de onderdelen Kennismaken, Verbreden en Verdiepen:
Start het werkplekleren met een
kennismakingsgesprek
. Na ongeveer de helft van de totaal te presteren uren plant de student een
tussentijds evaluatiemoment
in met zijn werkplekmentor. Aan het einde van de stage volgt een
eindevaluatiemoment
in aanwezigheid van de werkplekbegeleider.
Wordt de student opgevolgd door een
werkplekbegeleider
. Deze werkplekbegeleider ondersteunt ook de student in de leergroepsessies. Voor het onderdeel “Verkennen van de sector” voorziet de opleiding een aanspreekpersoon.
Studenten lopen voornamelijk stage in voorzieningen waar kwetsbare kinderen, jongeren en volwassenen ambulant, semi-residentieel of residentieel begeleid worden en/of verblijven. Meestal gaat het om organisaties die zich vestigen onder de koepel van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap of Bijzondere Jeugdbijstand.
Studenten campus Lier hebben les op donderdag en vrijdag. Studenten campus Geel hebben les op maandag en dinsdag.